Veel zelfstandigen willen zich liever niet verdiepen in hun pensioen. Dat is “moeilijk”, “kan later nog wel” of is “veel te duur” opperen ze vaak. Vandaar dat meer dan de helft van de zelfstandige ondernemers geen of onvoldoende pensioen opbouwt. Onder de kleine ZZP-ers ligt dit percentage zelfs nog hoger. Dat is een slechte zaak. Pensioen is iets wat u wel goed geregeld moet hebben en waar u niet vroeg genoeg mee kunt beginnen op te bouwen. Liefst voor uw 35-ste, maar zeker niet later dan uw 45-ste. Anders ontstaat er zo’n groot pensioengat, dat het inderdaad niet meer betaalbaar is.
Deze vragen zal ik hieronder in simpele taal proberen te beantwoorden.
In Nederland bouwt iedereen tussen 15 en 65 jaar AOW op. Als u in die periode een aantal jaren in het buitenland gaat wonen en werken, dan bouwt u in die jaren geen AOW op. Bij de AOW-gerechtigde leeftijd (65-67 jaar) krijgt u dan geen volledige AOW uitkering. De volledige AOW uitkering bedraagt thans circa € 10.000,- bruto per persoon per jaar. Gehuwden krijgen elk een eigen AOW uitkering. Ongehuwden krijgen een hoger bedrag per jaar. Circa € 15.000,- bruto per jaar.
Nederland kent nog een tweede wettelijke pensioenregeling, namelijk de Algemene Nabestaanden Wet (ANW). Op grond van deze wet krijgen nabestaanden van een overledene onder voorwaarden een uitkering (nabestaandenpensioen). De voorwaarden zijn:
De nabestaande:
– is geboren vóór 1 januari 1950
– verzorgt kinderen jonger dan 18 jaar of
– is voor meer dan 45% arbeidsongeschikt.
Deze uitkering bedraagt circa € 15.400,- bruto per jaar en eindigt op de AOW-gerechtigde leeftijd of als het jongste kind 18 jaar wordt. Heeft de nabestaande zelf inkomsten uit werkzaamheden van meer dan circa € 2.500,- bruto per maand of een andere uitkering van meer dan circa € 1.175,- bruto per maand, dan krijgt hij/zij geen ANW uitkering.
Dit verplichte aanvullende pensioen is vooral van toepassing voor werknemers die in loondienst werken. Zij vallen vaak onder een pensioenregeling van de werkgever. Werkgever en werknemer betalen ieder een deel van de pensioenpremie. De hoogte van de pensioenuitkering is afhankelijk van het inkomen, het aantal dienstjaren en de pensioenregeling op zich (elk pensioenfonds kent zijn eigen regels). ZZP-ers vallen dus niet onder deze regeling en bouwen dus geen verplicht aanvullend pensioen op.
Daarnaast geldt er voor sommige beroepsgroepen een verplichte deelname aan een beroepspensioenregeling (o.a. Fysiotherapeuten, Huisartsen, Apothekers, zelfstandige schilders etc.).
Iedereen kan naast zijn AOW en verplicht aanvullend pensioen op vrijwillige basis (meer) pensioen opbouwen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een lijfrenteverzekering bij een (pensioen)-verzekeringsmaatschappij of via een bankspaarregeling. Daarnaast kunnen zelfstandige ondernemers gebruik maken van de zogenaamde fiscale oudedagsreserve. Gewoon een spaarpotje aanleggen kan natuurlijk ook!
Voor ZZP-ers zijn dus met name de eerste en de derde pijler relevant. Veel ZZP-ers hebben eerst al een paar jaar in loondienst gewerkt en daar al een klein stukje pensioen opgebouwd, maar veelal is dit maar zeer beperkt.
Zoals hiervoor beschreven bouwt dus iedereen AOW op. Werknemers in loondienst bouwen daarnaast vaak pensioen op via de pensioenregeling van hun werkgever. Zelfstandigen kunnen daar geen gebruik van maken en moeten dus hun heil zoeken in de derde pijler, het vrijwillige pensioen.
De AOW is slechts een minimaal pensioen. Wilt u na uw pensioenleeftijd ook nog een beetje kunnen genieten, dan is het dus verstandig (of zelfs verplicht) om naast de AOW vrijwillig nog een stuk pensioen op te bouwen. Hoeveel? Dat is afhankelijk van ieders persoonlijke behoefte en financiële situatie. Is de hypotheek al afgelost, zijn de kinderen de deur uit, welke overige financiële verplichtingen zijn er na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hoeveel vermogen hebt u etc.
Dit kan voor iedereen verschillen en iedereen moet dus voor zichzelf bepalen hoeveel vrijwillig pensioen hij of zij wil opbouwen. Met andere woorden: of u wel of niet genoeg pensioen opbouwt is afhankelijk van uw eigen wensen en uw eigen financiële situatie.
Iets wat ik hier nog wel graag wil vermelden is het zogenaamde partnerpensioen. Bent u gehuwd of woont u samen? Denk dan ook aan uw partner. Wat gebeurt er als uw partner er alleen voor komt te staan? Kan hij/zij zich dan financieel nog redden? Zijn er kinderen? Kunnen die dan nog studeren?
Bij verzekerde pensioenen is het partnerpensioen vaak wel gedekt, maar bij bankspaarproducten bent u afhankelijk van het saldo in het “bankspaarpotje”. Als u pas bent begonnen met banksparen, dan is het potje nog niet erg gevuld. Uw nabestaanden moeten het dan met dat “potje” doen.
In deze situatie raad ik vaak aan om naast het banksparen een zogenaamde “dalende risicoverzekering” voor het partnerpensioen af te sluiten. Naarmate het spaarpotje meer gevuld raakt, neemt de risicoverzekering af. Laat u hier eens goed over informeren!
Zoals al aangegeven wordt een deel van het pensioen opgebouwd via de wettelijke regeling (AOW en ANW). Daarnaast geldt voor werknemers in loondienst en voor sommige beroepsgroepen een verplichte deelname aan een bedrijfs- of beroepspensioenregeling.
De meeste ZZP-ers hebben geen beroepspensioenregeling. Zij moeten dus op een andere wijze hun wettelijke pensioen aanvullen (vrijwillig pensioen). Dat kan op diverse manieren:
1. via lijfrente producten (verzekeraar of bancaire instelling)
2. via de (fiscale) oudedagsreserve
3. via het ZZP pensioen (mogelijk sinds 15 januari 2015)
4. via in privé sparen en/of beleggen.
Ik zal op bovenstaande 4 mogelijkheden even kort ingaan. Voor iedereen geldt echter dat het vrijwillige pensioen maatwerk is. Daarom adviseer ik iedereen om een persoonlijk advies uit te laten brengen, toegespitst op de eigen wensen en persoonlijke situatie. Want:
– heeft uw partner voldoende aanvullend pensioen?
– zit er (voldoende) waarde in uw onderneming (bij verkoop)?
– zit er een behoorlijke overwaarde in de eigen woning?
– hebt u voldoende spaargeld om na uw pensioen op in te teren?
– is uw inkomen voldoende om boven de AOW nog (fiscaal aftrekbaar) pensioen op te mogen bouwen?
Allemaal vragen die door iedereen anders zullen worden beantwoord en waar dus geen algemeen advies over gegeven kan worden. Uw wensen en mogelijkheden spelen hierbij een grote rol.
ZZP-ers kunnen fiscaal voordelig pensioen opbouwen via de oudedagsreserve, voorheen de fiscale oudedagsreserve (FOR). Jaarlijks kan een maximumbedrag (of percentage van de winst) op papier opzij gezet worden voor de oudedagsreserve. Dit komt ten laste van de winst, waardoor daar geen belasting over hoeft te worden betaald. Afrekening met de fiscus vindt plaats als de oudedagsreserve wordt uitgekeerd, of als de onderneming wordt opgeheven.
Risico hierbij is dat het geld niet daadwerkelijk opzij gezet wordt (dus alleen het fiscale voordeel over de aftrekpost wordt genoten) waardoor er op de pensioenleeftijd of bij het beëindigen van de onderneming geen (spaar)potje aanwezig is om het pensioen uit te (laten) keren, laat staan om de belasting te betalen die over de uitkeringen verschuldigd is. Hebt u hier vragen over, neem dan gerust even contact op.
Ik raad deze vorm van “pensioensparen” meestal af, tenzij de ondernemer voldoende discipline en financiële middelen heeft om de gereserveerde bedragen ook daadwerkelijk op een aparte spaarrekening opzij te zetten. Doet u dat niet, dan hebt u dus een “pensioenreserve” op uw balans staan waar nog een fiscale claim op rust, maar waar geen geld voor aanwezig is. Dus een extra probleem in plaats van een stukje extra pensioen.
Lijfrenteregelingen worden bij een verzekeraar afgesloten. U zet periodiek (fiscaal aftrekbaar) een bepaald geldbedrag opzij, waarmee u op pensioendatum, of maximaal vijf jaar later, een lijfrente kunt aankopen. Deze keert dan periodiek een bedrag uit ter aanvulling op uw AOW. Over de periodieke uitkering moet u t.z.t. belasting betalen.
Een bankspaarregeling is vergelijkbaar met een lijfrenteregeling, alleen wordt de bankspaarregeling bij een bank afgesloten. In het geval van banksparen stort u periodiek geld op een geblokkeerde bankrekening. Op de pensioenleeftijd, of maximaal vijf jaar daarna, koopt u dan een lijfrente, waarna u periodiek een bedrag krijgt uitgekeerd. Deze uitkering is belast.
Nadeel van banksparen is dat u geen zogenaamd garantiekapitaal hebt bij vroegtijdig overlijden, waardoor uw nabestaande alleen kan beschikken over het gespaarde bedrag.
Voordeel van banksparen is dat het saldo op de bankspaarrekening na overlijden van de uitkeringsgerechtigde toekomt aan de nabestaanden. Bij lijfrenteverzekeringen komt dit toe aan de verzekeraar, tenzij er een zogenaamde contraverzekering is afgesloten.
Lastige materie en ook hier geldt: laat je persoonlijk adviseren!
Sinds 15 januari 2015 is het mogelijk om voor uw pensioen te sparen bij de Stichting ZZP Pensioen. Ik verwijs hierbij graag naar de volgende link voor een duidelijke uitleg:
http://www.zzp-nederland.nl/artikel/zzp-pensioen-uitleg
Nadeel van ZZP Pensioen is dat er geen mogelijkheid bestaat om het overlijdensrisico en/of het arbeidsongeschiktheidsrisico te verzekeren.
Voordeel van ZZP Pensioen is, dat u bij langdurige arbeidsongeschiktheid ook geld mag opnemen om uw inkomen tijdens uw arbeidsongeschiktheid aan te vullen. Uiteraard zijn de uitkeringen wel belast.
Bij overlijden van de verzekerde (de ZZP-er) voor de pensioenleeftijd volgt er een restitutie van het spaartegoed. Overlijdt de ZZP-er in de uitkeringsfase van het pensioen, dan vererft de pensioenuitkering naar de nabestaande(n).
Wilt u gebruik maken van ZZP Pensioen, laat u ook dan van te voren goed informeren over de mogelijkheden, onmogelijkheden, vrijheden en beperkingen van deze vorm van pensioensparen.
Natuurlijk kunt u ook gewoon privé gaan sparen of beleggen voor uw pensioen. Dan hebt u verder niets te maken met fiscale regels en bepaalt u zelf wanneer en hoeveel u spaart. Het spaardeel (inleg) is niet aftrekbaar voor de inkomstenbelasting en het spaarsaldo valt in box 3, dus u betaalt er jaarlijks wel box 3 belasting over. Bovendien kan de verleiding groot zijn om het geld voor andere doeleinden te gebruiken! En is die verleiding wel te weerstaan, dan kan het soms helaas ook pure noodzaak zijn om het spaarpotje aan te spreken. Ben u daar wel goed van bewust.
Hoewel ik weet dat ik in dit artikel slechts summier heb weergegeven wat de mogelijkheden zijn om voor uw pensioen te sparen, toch hoop ik dat u hier een goede indruk heeft gekregen van de mogelijkheden. Individueel is maatwerk noodzakelijk!
Hebt u vragen of opmerkingen over het bovenstaande artikel? We staan voor u klaar om uw vragen te beantwoorden. Neem gerust telefonisch contact met ons op of via een bericht op de contactpagina op onze website. We zullen zo snel mogelijk antwoorden.